Een angststoornis kan enorme gevolgen hebben voor het lichaam, aangezien lichaam en geest elkaar beïnvloeden. Lichamelijke klachten met een psychische oorzaak worden een somatoforme stoornis genoemd. Daarnaast kan een angststoornis reeds aanwezige lichamelijke pijn verder verergeren. Om deze vicieuze cirkel te doorbreken, is het belangrijk om tijdig hulp en begeleiding in te schakelen, bijvoorbeeld bij een psycholoog in Almere. Wat is de relatie tussen een angststoornis en pijnklachten?
Angststoornis
Een angststoornis is een verzamelnaam voor verschillende aan angst gerelateerde stoornissen. Het verschil met normale angst zit hem in de ernst waarmee de symptomen ervaren worden, en de mate waarin het het dagelijks leven ontwricht. Iemand met een angststoornis kan bepaalde plekken of situaties vermijden die de angst aanmoedigen. Een angststoornis gaat gepaard met verschillende symptomen als rusteloosheid, nervositeit, gespannenheid en concentratieproblemen. De angstgevoelens kunnen ook resulteren in een paniekaanval, waarbij het lichaam het stresshormoon cortisol aanmaakt. Een paniekaanval kan gepaard gaan met een verhoogde hartslag, duizeligheid, hyperventilatie en misselijkheid.
Relatie met pijn
Angststoornis heeft een relatie pijn, die op verschillende plekken in het lichaam ervaren kan worden. Veel voorkomende klachten zijn nek- en schouderpijn, buikpijn, hoofdpijn en migraine. Pijnsensatie heeft een negatieve invloed op angst, waardoor dit een risicofactor vormt voor een ernstiger beloop van de angststoornis. Op deze manier komt iemand met een angststoornis in een vicieuze cirkel terecht, waarbij de lichamelijke klachten en de angst elkaar versterken. Bijvoorbeeld, een paniekaanval veroorzaakt hartkloppingen, en hartkloppingen maken angstig. Daar komt bij dat mensen met een angststoornis vaak extra alert zijn op signalen uit het lichaam, en veel focus richten op fysieke klachten. Om de vicieuze cirkel te doorbreken, is het belangrijk om de angststoornis aan te pakken.
Ademhaling
Acute angst of paniek kan goed beheerst worden door middel van aandachtig ademhalen. De ademhaling heeft het vermogen om zowel de geest als het lichaam tot rust te brengen. Mensen die angst of pijn ervaren, ademen meestal oppervlakkig vanuit de borst. Door de ademhaling naar de buik te verplaatsen wordt hij dieper, waardoor de hartslag minder snel gaat. Het gevolg is dat lichaam en geest kalmeren, en de angst afneemt. Een andere methode is om de nadruk te leggen op de uitademing. De inademing is gelinkt aan het sympathische zenuwstelsel, dat zorgt voor actie. De uitademing is gelinkt aan het parasympathische zenuwstelsel, dat zorgt voor rust. Door meer nadruk te leggen op de uitademing, wordt tevens meer nadruk gelegd op het deel van het zenuwstelsel dat voor ontspanning zorgt.
Verschillende therapieën
Daarnaast is het zaak om de oorzaak van de angst aan te pakken. Cognitieve gedragstherapie kan daarbij uitkomst bieden. Bij cognitieve gedragstherapie leer je bepaalde denkpatronen te herkennen die de angstgevoelens opwekken. Door de gedachten te herkennen en om te vormen naar positieve gedachten, zal de angst verminderen. Een andere mogelijke therapie is exposure therapie, waarbij men geconfronteerd wordt met datgene wat de angst opwekt. Dit gaat geleidelijk, waarbij het onderwerp van angst eerst gevisualiseerd wordt, en daarna steeds dichterbij gebracht wordt tot het daadwerkelijk vlak voor je is. Het idee daarachter is dat geleidelijke blootstelling aan het onderwerp van de angst een mens systematisch ongevoelig maakt.